Recent schreef ik een review over het boek: Van wafel tot koek van Regula Ysewijn. Een bijzonder boek dat zoveel meer is dan recepten. Regula geeft veel informatie over de historische oorsprong van recepten en eetcultuur van de lage landen. Ik wilde graag gaan bakken uit het dikke boek en dat is altijd weer moeilijk. Bij dit recept van een rijstevlaai van Regula Ysewijn bleef ik vaak hangen. Wat zag die er lekker uit en een rijstevlaai stond al een tijd op mijn to do list. Een rijstevlaai kennen wij in Nederland ook; deze is veelal afkomstig uit Limburg en net iets anders dan de vlaai in dit recept. Regula geeft je niet alleen het recept van deze vlaai uit Wallonië, maar zij vertelt ook meer over de oorsprong van deze heerlijke, behoorlijk grote taart.
De verschillen van de Vlaamse en Nederlandse vlaai en en de vlaai uit Wallonië
Regula vertelt ook uitgebreid over de oorsprong van deze Vlaamse versie. Er zijn al verwijzingen in boeken naar deze taart uit 1604. Tegenwoordig gaat er vrijwel altijd vanille in maar dit was vroeger zo goed als niet verkrijgbaar en toen waren kaneel en rozenwater vaak een goede optie. Bij Vlaamse/Nederlandse vlaaien wordt er banketbakkersroom aan de taart toegevoegd maar bij de taart uit Wallonië, de tarte au riz alleen eieren. De rijstevlaai is erg leuk om te maken, maar ik vond wel een paar verbeterpuntjes (voor mijzelf) die ik later in dit recept deel om de taart een volgende keer tot beter te doen slagen. En dat begon met het op tijd lezen van het recept. Ik had de dag ervoor moeten beginnen wat tevens voor rust zorgt bij het maken van de rijstepap en het afbakken gaat dan een stuk sneller. En zo ontstaat er iedere keer dat de oven aangaat een leerzaam nieuw avontuur. En wat hebben we gesmuld van deze heerlijke rijstevlaai.
Wil je het recept graag voor later bewaren op Pinterest? Dat kan eenvoudig via deze link.
Rijstevlaai van Regula Ysewijn
Benodigdheden:
Voor het deeg:
250 gram patentbloem
100 gram zachte ongezouten boter
25 gram fijne suiker
7 gram gedroogde gist
1/2 theelepel zout
85 ml water
Voor de rijstepap:
1,5 liter volle melk
1 vanillestokje (of 1/8e theelepel kaneel en 1/8e theelepel rozenwater)
140 gram dessertrijst of risottorijst
2 eieren
1 eidooier
50 gram fijne suiker
20 gram gesmolten ongezouten boter
1 eetlepel poedersuiker
Eventueel 1,5 eetlepel abrikozenjam met scheutje water
Pan met liefst stevige bodem
Voor een vorm van 25 cm aan de onderkant en 26 cm aan de bovenkant
Ervaringstip bij het langdurig doorroeren van de pap
Normaal kook je dessertrijst in 8 minuten gaar. Bij dit recept kook je de rijst eerst 40 minuten en een dag later nog eens 20 minuten. Dit vraagt om een voorzichtige benadering van de pap bij het doorroeren. Al snel merkte ik bij het doorroeren van de pap dat de onderkant iets aankoekte. Hierdoor kwam de bodem wat los en dit heb ik geprobeerd te verwijderen. Hierdoor verloor de pap denk ik veel vocht omdat naast het verwijderen van de donkere stukjes ook het deksel van de pan was. Nadien ben ik gaan roeren zonder de bodem aan te raken en dat werkte een stuk beter.
Regula: "In een goede vlaai is de vulling niet erg stevig, maar juist heel los."
Mijn pap is helaas te dik ingekookt. Is jouw pap net zo stevig als op de foto, dan zou ik het iets verdunnen met een scheutje melk. Maar beter nog; probeer dit te voorkomen door de rijst op een lage temperatuur met deksel op de pan te verwarmen en roer voorzichtig.
Rijstevlaai van Regula Ysewijn
Start een dag eerder, de dag vóór je de taart gaan bakken! Kook de rijst met de melk met het opengesneden vanillestokje zo'n 40 minuten met het deksel op de pan. Roer de pap door met een houten pollepel en probeer de bodem niet te raken, zie de tip boven deze foto.
Haal de deksel van de pan en zet het vuur uit. Haal de vanillepeul uit de pap en laat het nog even afkoelen voor het afgedekt een nacht de koelkast in mag.
Haal de volgende dag de pap uit de koelkast en laat het een goed uur op kamertemperatuur komen.
Klop 2 eieren luchtig met de suiker en roer het mengsel door de rijstepap die je langzaam verwarmt op een laag vuur. Roer zo'n 20 minuten door tot de pap dikker wordt. Normaal gebruik ik geen siliconen spatel bij een dergelijke klus met een warme temperatuur, maar door de kwetsbare bodem vond ik bij dit recept het de beste methode om het mengsel goed door de pap te roeren.
Laat de pap afkoelen, roer het af en toe door. Ondertussen kun je het deeg maken.
Maak een deeg van de bloem, de zachte boter, het water, de suiker, gist en het zout. Kneed dit een goed kwartier met de hand of de machine en laat het deeg afgedekt zo'n 30 minuten rijzen.
Vet de bakvorm in en bestrooi het licht met wat bloem.
Verwarm de oven voor op 200 graden. Gebruik het liefst NIET de hete lucht stand.
Rol het deeg zo dun mogelijk uit en leg het over de bakvorm. Druk het deeg in de vorm en snij het overtollige deeg weg. Je kunt hier nog 2 kleine vlaaitjes van maken.
Prik de bodem in met een vork. Hou 2 eetlepels pap apart en schep de rest in de vorm.
Roer 1 eidooier en de poedersuiker door de 2 eetlepels pap. Verdeel dit voorzichtig over de bovenkant van de pap, dit vond ik het makkelijkste gaan met een kwastje. De bovenkant krijgt hierdoor een prachtig kleurt.
Bak de rijstevlaai of tarte au riz in ongeveer 40-45 minuten gaar tot hij goudbruin is en wat lichte vlekken begint te krijgen.
Mijn rijstevlaai zou pas de volgende dag gegeten worden. Om te zorgen dat de randen niet teveel zouden uitdrogen smeerde ik ze in met abrikozenjam met een scheutje water. Naast dat het de taartrand beschermt, geeft het ook een mooi glansje.
Serveer de taart koel.
Een vanillestokje heeft de voorkeur maar deze is niet overal verkrijgbaar en zij kunnen behoorlijk prijzig zijn. Kies eventueel voor een goed vanille-extract.
Van wafel tot koek van Regula Ysewijn
Deze Vlaamse rijstevlaai van Regula Ysewijn is afkomstig uit Van wafel tot koek. Een bijzonder boek met veel extra vaak historische informatie achter de recepten en de eetcultuur van de lage landen. Wil je hier meer over lezen en meer foto's zien uit dit bijzondere boek? Lees dan het review die je in deze link kunt vinden.
Comments